e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

Gevonden: 4207
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brede landweg dreef: drēf (Panningen) Brede landweg of een niet-openbare weg door bouw- of weiland. [N 5A, 75a; S 7; Wi 17; L 23, 31a; L 23, 31b; L 1a-m; L 40, 25; monogr.] I-8
brede tanden muil vol (woordgr.): mul vǫl (Panningen) Blijvend gebit na de wisseling. [N 3A, 108c] I-11
breeddorser breeddorser: bręi̯dōrsǝr (Panningen) Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
breekijzer breekijzer: brē̜k˱īzǝr (Panningen) Vierkante, naar onderen plat uitgesmede beitel van staal of van gehard of verstaald ijzer die dient voor het slopen van hout- of metselwerk. Voor zwaar sloopwerk zijn er ook ronde uitvoeringen van dit werktuig, 70 tot 80 cm lang, met plat uitgesmeed einde. Zie voor een afbeelding van het breekijzer ook Wld ii.9, pag. 17, lemma "steenbeitel". [N 33, 114; N 53, 43a] II-11
breien strikken: sjtrikke (Panningen) breien [SGV (1914)] III-1-3
breken van leem- of koffiebanken breken: brē̜kǝ (Panningen) Het breken van leembanken of de donkerbruine, harde laag in zandige grond, de koffiebank genaamd. Dit deed men met een schop, een hak of een bepaald soort ploeg. [N 27, 13a; N 27, 13b] I-8
brengen brengen: bringe (Panningen) brengen [SGV (1914)] III-1-2
breuk breuk: brēūk (Panningen) breuk [SGV (1914)] III-1-2
breukhengst breukhengst: brø̄kheŋst (Panningen) Een hengst waarbij door het castreren een darmuitstulping optreedt. [N 8, 61c] I-9
brevier brevier (<lat.): breveër (Panningen) brevier [SGV (1914)] III-3-3