e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

Gevonden: 4207
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brief brief: breëf (Panningen) brief [SGV (1914)] III-3-1
briesen pruisen: prušǝ (Panningen) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broeden, op eieren zitten broeden: brøǝ (Panningen), brø̄ǝ (Panningen) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren broek: bruk (Panningen), kloek: kluk (Panningen) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeder broeder: broër (Panningen) broeder [SGV (1914)] III-3-3
broeds kloekend: klukǝnt (Panningen) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12
broedse kip die men niet wil laten broeden broek: bruk (Panningen), kloekende hen: klukǝndǝ hęn (Panningen) [N 19, 43b] I-12
broeibak broeibak: breubak (Panningen) [SGV (1914)] I-7
broeien broeien: brø̄ǝ (Panningen) Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.] II-1
broek boks: boks (Panningen) De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10