e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

Gevonden: 4207
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droogdoek, theedoek handdoek: hant˂dōk (Panningen) de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)] III-2-1
droogrekken droogrekken: drȳǝxrɛkǝ (Panningen) Constructie van latten met een overkapping, waarin de plankjes met vormelingen werden opgeborgen om te drogen. Zie ook afb. 23. [monogr.; N 98, 95] II-8
droogstaan droogstaan: drȳǝxštōǝn (Panningen) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogzolder ovenzolder: ō.vǝzoldǝr (Panningen) De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c] II-1
druilerig en koud weer kwakkelachtig (weer): kwaakelééchtig (Panningen), nat (weer): naat (Panningen), nāāt (Panningen, ... ), nât (Panningen), ⁄n naate zomer (Panningen, ... ), ⁄ne naate zomer (Panningen, ... ) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)] III-4-4
druipen van de regen druipen: hie druupt (Panningen), hê droop (Panningen, ... ), hê druupt (Panningen), hê druupt vanen (Panningen, ... ), (Geen volledig antwoord gegeven).  hê droop (Panningen), (Geen vplledig antwoord gegeven).  hê droop (Panningen), druppen: drupe (Panningen, ... ) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: droeventrōōs (Panningen) druiventros [SGV (1914)] I-7
druk heen en weer lopen bedrijvig lopen: bedrīēvig laupe (Panningen) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
drukte, gedoe gedoens: gedoēns (Panningen) gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druppel drup: ennen droo.p waa.ter (Panningen), druppel: ennen dröppel (Panningen, ... ) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] III-4-4