19656 |
droogdoek, theedoek |
handdoek:
hant˂dōk (L290p Panningen)
|
de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
29715 |
droogrekken |
droogrekken:
drȳǝxrɛkǝ (L290p Panningen)
|
Constructie van latten met een overkapping, waarin de plankjes met vormelingen werden opgeborgen om te drogen. Zie ook afb. 23. [monogr.; N 98, 95]
II-8
|
34156 |
droogstaan |
droogstaan:
drȳǝxštōǝn (L290p Panningen)
|
Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b]
I-11
|
25479 |
droogzolder |
ovenzolder:
ō.vǝzoldǝr (L290p Panningen)
|
De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c]
II-1
|
25126 |
druilerig en koud weer |
kwakkelachtig (weer):
kwaakelééchtig (L290p Panningen),
nat (weer):
naat (L290p Panningen),
nāāt (L290p Panningen, ...
L290p Panningen),
nât (L290p Panningen),
⁄n naate zomer (L290p Panningen, ...
L290p Panningen),
⁄ne naate zomer (L290p Panningen, ...
L290p Panningen)
|
druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)]
III-4-4
|
25131 |
druipen van de regen |
druipen:
hie druupt (L290p Panningen),
hê droop (L290p Panningen, ...
L290p Panningen),
hê druupt (L290p Panningen),
hê druupt vanen (L290p Panningen, ...
L290p Panningen),
(Geen volledig antwoord gegeven).
hê droop (L290p Panningen),
(Geen vplledig antwoord gegeven).
hê droop (L290p Panningen),
druppen:
drupe (L290p Panningen, ...
L290p Panningen)
|
droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)]
III-4-4
|
33525 |
druiventros |
druiventros:
droeventrōōs (L290p Panningen)
|
druiventros [SGV (1914)]
I-7
|
17941 |
druk heen en weer lopen |
bedrijvig lopen:
bedrīēvig laupe (L290p Panningen)
|
lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19274 |
drukte, gedoe |
gedoens:
gedoēns (L290p Panningen)
|
gedoente [SGV (1914)]
III-1-4
|
25133 |
druppel |
drup:
ennen droo.p waa.ter (L290p Panningen),
druppel:
ennen dröppel (L290p Panningen, ...
L290p Panningen)
|
druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)]
III-4-4
|