e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

Gevonden: 4207
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een huis huren huren: heuren (Panningen), hø&#x0304rə (Panningen) een huis huren [DC 35 (1963)] || huren [SGV (1914)] III-2-1
een huis uitzetten uitpalen: ūtpø̜̄lǝ (Panningen) De omtrek van een te bouwen huis met palen en planken uitzetten. [N 30, 24a; monogr.] II-9
een keldergewelf maken welven: wø̜lǝvǝ (Panningen), werfselen: wø̜rfsǝlǝ (Panningen) Wanneer men een kelder van troggewelven wil voorzien, worden er eerst van muur tot muur ijzeren profielbalken gelegd op een onderlinge afstand van 1,5 m. Tussen de balken worden vervolgens de gewelven gemetseld, waarbij als tijdelijke steun een formeel wordt gebruikt. [N 32, 20c; monogr.] II-9
een lelijk gezicht trekken (een) snuit trekken: en sjnōēt trékke (Panningen), een zuur gezicht trekken: en zôêr gezich trékke (Panningen), grijnen: grīē.ne (Panningen), snuiten trekken: sjnoe.ten trĕĕkke (Panningen) grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4
een muur opmetselen (een muur) optrekken: optrękǝ (Panningen), metselen: [metselen] (Panningen) Al metselend een muur laag na laag hoger maken. Een muur die zo werd opgetrokken werd in K 353 een 'muur in opbouw' ('mȳr en up˱bē̜jǝf') genoemd. Het resultaat was volgens een aantal invullers een 'volle muur' ('volǝ mȳr', K 353; 'volǝ myǝr', K 278; 'vǫlǝ mūr', Q 197, 197a; 'vol mūr' L 364). Zie voor de fonetisch niet gedocumenteerde vormen de lemmata 'Metselen' en 'Muur'. [N 31, 27; N 31, 32b; monogr.] II-9
een muur uitloden loden: lyǝtǝ (Panningen), uitloden: ūtlyǝtǝ (Panningen) De verticale stand van een muur of profiel controleren met behulp van een schietlood. [N 31, 10b] II-9
een muur voegen voegen: vōgǝ (Panningen) De voegen tussen metselstenen met voegmortel opvullen. Voegwerk wordt doorgaans na het metselwerk uitgevoerd. De voegen worden daartoe met behulp van de voegkrabber ter diepte van 1,5 √† 2 cm uitgekrabd waarna de mortel vanaf een plankje door middel van een voegspijker in de voeg wordt gebracht. Voor de lintvoegen gebruikt men een lange voegspijker, voor de stootvoegen een korte. [N 32, 32; monogr.] II-9
een muur waterpassen waterpassen: wātǝrpasǝ (Panningen) De horizontale stand van een muur controleren met behulp van de waterpas. [N 31, 10c; monogr.] II-9
een paar schoenen een paar schoenen: e paar sjoon (Panningen) schoenen, paar ~ [N 24 (1964)] III-1-3
een paar sokken een paar sokken: e paar zök (Panningen) kousen, paar ~ [zök, zökke] [N 24 (1964)] III-1-3