e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

Gevonden: 4207
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
erwt, algemeen erwt: ɛrǝt (Panningen) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
erwten- of bonenranken ranken: reng (Panningen), renj (Panningen) [N Q (1966)] I-7
eten (ww.) eten: èten (Panningen, ... ) eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)] III-2-3
etter materie: metérie (Panningen) etter [SGV (1914)] III-1-2
evenaar, tweespanszwenghout warshout: wē̜rshǫu̯t (Panningen) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2
excavateur baggerarm: bagǝrɛrǝm (Panningen) Grondgraafmachine, bestaande uit een ketting zonder einde waaraan emmers zijn bevestigd die over de kleilaag schuren, de klei in dunne lagen afscheppen en vervolgens in een vergaarbak storten. Een dergelijke emmer wordt door de invuller uit Q 111 een bak (bak) en door de zegsman uit L 290 een baggeremer (bag\rē̜jm\r) genoemd. De ketting zonder einde loopt over een beweegbare arm die zowel naar boven als naar beneden kan worden bewogen. Dit onderdeel van de excavateur noemt men in Q 111 de arm (ɛr\m). De met behulp van de emmers opgebaggerde klei wordt in een trechtervormige vergaarbak gestort; de bodem van deze bak kan openschuiven zodat de inhoud in de wagens eronder terechtkomt. Deze bak heet in Q 111 een stortbak (ētǫrt˱bak). Zie afb. 16.' [N 98, 38; N 98, 39; N 98, 41; N 98, 42; monogr.] II-8
extra hard werken woelen: wȳlǝ (Panningen) Zie voor het woordtype travakken ook Stevens, T√∫ngërsë Dïksjën√™√™r, pag. 588 s.v. tr√†v√†kke. [N 98, 31; N 98, 32; monogr.] II-8
ezel buizenezel: bȳzǝnēzǝl (Panningen), buizenstaaf: bȳzǝštāf (Panningen) Aambeeldachtig, stalen hulpgereedschap dat door metaalbewerkers wordt gebruikt om metalen platen te bewerken, kachelpijpen hun vorm te geven en te klinken, etc. Het bestaat uit een soort stang die in een bankschoef kan worden geklemd, in het aambeeldgat van het aambeeld kan worden geplaatst of onder een kram op de werkbank of het werkblok kan worden vastgezet. Het werktuig kan verschillende vormen hebben. Zo bestaan er uitvoeringen met ronde of vierkante doorsnede; ook kan de bovenzijde van het werktuig plat of rond zijn. De ezel is aan één, vaak ook aan beide kanten te gebruiken. Soms is er een bolle, hoekige of platte verhoging op aangebracht. Zie ook afb. 164. De informant uit Q 121 kende twee soorten koperslagersezels. De ene was voorzien van twee rechte banen, de andere van één rechte baan en een ronde kop. Beide ezels werden gebruikt voor het bewerken van plaatmateriaal. In L 210 lag de ezel in een houten blok en had het werktuig verschillende vormen: groot, kort, dik en dun. Ook de informanten uit L 246, L 266 en L 329 kenden ezels met ronde en vierkante kop. [N 33, 211; N 33, 238a-c; N 33, 242a-b; N 64, 37a-b; N 66, 18a-b; monogr.] II-11
ezelsrug ezelsrug: ēzǝlsrø̜k (Panningen), ēzǝlsrø̜q (Panningen) Een uit metselstenen vervaardigd en aan weerszijden enigszins overstekend, kapvormig bovendeel van een muur. Zie afb. 43. [N 31, 43a; monogr.] II-9
felsbeitel felsbeitel: fęls˱bęjtǝl (Panningen) Beitel waarmee de felsnaad wordt vastgeklopt. De beitel is daartoe enigszins gebogen uitgevoerd. [N 33, 118, add.] II-11