e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

Gevonden: 4207
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
felshamer felshamer: fęlshāmǝr (Panningen) Hamer met een wat gebogen dwarse, puntige pen die bij het felsen wordt gebruikt. Volgens Van der Kloes en Risch (pag. 314) wordt felswerk vooral met een houten hamer gedaan. [N 33, 75] II-11
fiets fiets: fiets (Panningen) fiets: Mn - is stuk, ik moet lopen [DC 35 (1963)] III-3-1
figuurzaag figuurzaag: figȳrzāx (Panningen) Handzaag, waarvan het zeer smalle zaagblad in een metalen beugel gespannen is. De figuurzaag wordt gebruikt om fijne vormen in licht plaatmateriaal, zoals triplex, uit te zagen. Zie ook afb. 17. [N 53, 11; monogr.] II-12
fijn droog stof melm: mɛlǝm (Panningen), vleugzand: vlø̄gzāŋkt (Panningen), vlø̜̄gzāŋk (Panningen) Fijn droog stof op landwegen. [N 27, 37c] I-8
fijn spinnen fijn spinnen: fī.n špenǝ (Panningen) Het spinnen van fijn gesponnen draad. In de regel was dit één- of tweedraads dik. Volgens de informant van Q 98 werd onder ø̄fijn spinnenø̄ verstaan dat het fijne garen ook driedraads dik kon zijn en van de beste kwaliteit wol. [N 34, C1] II-7
fijne hagel hagel: haagel (Panningen) fijne hagel [sjrot, schrot] [N 22 (1963)] III-4-4
fijne zeef, voor pootaardappelen peuterzeef: pø̄tǝrzēf (Panningen) De tweede, en doorgaans middelste zeef, waardoor de kleinere aardappelen worden afgezonderd die als pootgoed worden gebruikt. [N 12, 34b] I-5
fijngebouwd fijn: fīn (Panningen) Gezegd van een paard met dunne, fijngebouwde poten. [N 8, 64c] I-9
filter in de melkzeef zijdoek: zęi̯dōk (Panningen) In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.] I-11
fitis ovenbakkertje: oo.venbékkerke (Panningen) fitis (11 talrijk in boompjes en struiken; zang zacht en zoetvloeiend [N 09 (1961)] III-4-1