| 23644 |
altaarbel |
schel:
schel (L355p Peer)
|
De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23432 |
altaarretabel |
drieluik:
drieluik (L355p Peer),
triptiek (<fr.):
triptiek (L355p Peer)
|
Een altaarretabel, -triptiek, -drieluik. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 25955 |
ambachten |
ambachten:
ambaxtǝn (L355p Peer)
|
Diverse werkzaamheden in de molen uitvoeren zoals zeilen repareren en molenstenen scherpen. [A 42 A, 50 add.]
II-3
|
| 23441 |
ampullen |
water- en wijwaterkannetje:
het water en t wijwaterkenneke (L355p Peer)
|
Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 20656 |
andijvie |
andijvie:
andeͅi.vi (L355p Peer),
andijvie (L355p Peer, ...
L355p Peer)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 01 (1922)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
| 28580 |
angel |
angel:
aŋǝl (L355p Peer),
á.ŋǝl (L355p Peer)
|
Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.]
II-6
|
| 24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
angel (L355p Peer),
anhel (L355p Peer)
|
angel [Willems (1885)] || angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)]
III-4-2
|
| 23259 |
angelusklok |
bedeklok:
de bèèklok (L355p Peer),
kleppertje:
klepperke (L355p Peer)
|
De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)] || De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23449 |
angelustorentje |
angelustorentje:
angelustorentje (L355p Peer)
|
Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 33621 |
anjelier |
anjelier:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
anžəlīr (L355p Peer),
christendagje:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
krestəndiəskəs (L355p Peer),
flierbloemetje:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
flīrblimke (L355p Peer),
fliertje:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
flīrke (L355p Peer),
genoffel:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
žərnoffel (L355p Peer),
genoffeltje:
chernoffelkes (L355p Peer),
pluimpje:
pluimkes (L355p Peer),
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
plēͅmkəs (L355p Peer)
|
Anjelier, Fr. oeillet, Lat. Dianthus [ZND 15 (1930)]
I-7
|