e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
in lompen gekleed in lompen lopen: In lompe loewehpen nie altijd ehrm minsen.  in lompe (Peer) In lompen gekleed [haveloos, schab(be)tig, schamel, lommelig] [N 114 (2002)] III-1-3
indigestie (hebben) overladen maag: overlaaie maag (Peer) Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (overetendheid, indigestie, maag van streek, muik). [N 107 (2001)] III-1-2
ingebeelde ziekte ingebeelde ziekte: ingebeelde zikte (Peer) Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 107 (2001)] III-1-2
ingewanden darmen: də dêrəm (Peer), mook: də mūək (Peer) de ingewanden [ZND 01u (1924)] III-1-1
ingewanden van geslacht vee darmen: dē.rǝm (Peer), mook: muǝk (Peer) Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.] II-1
ingezouten gezouten: gǝzātǝn (Peer), ingezouten: engǝzātǝn (Peer) Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67] II-1
ingieten (met geluid) klotsen: omschudden van de rejenfles in een ander is è geklots (Peer) Met een zeker geluid water ergens in gieten (spetteren, klotsen, klateren, spatten, plonsen) [N 108 (2001)] III-1-2
ingooien (in een kuiltje) gooien: gōi̯ǝ (Peer), ingooien: egoi̯ǝn (Peer) [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 14 en 15] I-5
inhalen voorbijvaren: vǝrbęi̯.vā.rǝn (Peer) Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b] I-10
inkappen, eerste slagen maken met de zicht aanmaaien: ān[maaien] (Peer) De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f] I-4