33163 |
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen |
schieten:
sxitǝ (L355p Peer)
|
J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17]
I-5
|
22399 |
kien! |
kien:
kien (L355p Peer, ...
L355p Peer)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
22398 |
kienen |
kienen:
kienen (L355p Peer),
kienspel:
kien-spel (L355p Peer)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
17764 |
kies |
dobbele tand:
dobəl tān (L355p Peer, ...
L355p Peer)
|
Baktanden (dikke tanden). [ZND 07 (1924)] || oogtanden [ZND 07 (1924)]
III-1-1
|
20571 |
kieskauwerig |
krekelig:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)
krekelig (L355p Peer)
|
kieskeurig [ZND 27 (1938)]
III-2-3
|
17919 |
kietelen |
krevelen:
krivələn (L355p Peer)
|
kittelen [ZND 01u (1924)]
III-1-2
|
24416 |
kieuwen |
vlimmen:
ook in ZND 27, 084
vlimmen (L355p Peer)
|
kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
24337 |
kikker |
kwakvors:
kwakfoͅrs (L355p Peer),
ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004
kwakvors (L355p Peer)
|
kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, puit [RND]
III-4-2
|
24336 |
kikkerdril |
paddengerijs:
padəgrɛ̄.i̯s (L355p Peer)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
24467 |
kikkerdril (2, bewerkt) |
(-)gerijs:
padəgrɛ̄.i̯s (L355p Peer)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|