24201 |
kwartel |
kwakkel:
kwakkel (L355p Peer, ...
L355p Peer,
L355p Peer,
L355p Peer)
|
kwartel [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)]
III-4-1
|
21419 |
kwartje |
kwartje:
ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje vóór de \\ heb ik geïnterpreteerd als een "glottishslag".
kwārtʔə (L355p Peer)
|
kwartje, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18244 |
kwastje aan een halsketting |
franjeltje:
Gouwe fraandelkes aan een halsketting
gouwe fraandelkes (L355p Peer)
|
Gouden kwastjes aan een halsketting [trosjes] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
24880 |
kweek |
puinen:
pɛ̄.nǝn (L355p Peer)
|
Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88]
I-5
|
33552 |
kweepeer |
kweekappel:
kwiekappels (L355p Peer),
kweekpeer:
kwiekpère (L355p Peer),
kweepeer:
kwiepeèr (L355p Peer)
|
[ZND 29 (1938)]
I-7
|
19105 |
kwezel |
bidziel:
bidziel (L355p Peer),
kwezel:
kwezel (L355p Peer),
wat’n kwezel (L355p Peer)
|
Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)] || Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)]
III-3-3
|
23736 |
kwezelachtig |
kwezelachtig:
kwezelechtig (L355p Peer)
|
Kwezelachtig. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17692 |
kwijl |
zever:
B.v. Aa minsen zieveren soms, das vieslijk.
ziever (L355p Peer)
|
Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 106 (2001)]
III-1-1
|
19980 |
kwispelstaarten |
kwispelen:
kwispele (L355p Peer)
|
kwispelstaarten [ZND 29 (1938)]
III-2-1
|
21668 |
kwitantie |
kwitantie:
ps. omgespeld volgens Frings.
⁄n kwitanti (L355p Peer)
|
kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)]
III-3-1
|