18011 |
bewusteloos |
bezwijmd:
bezwèmd (L355p Peer)
|
hoe is of wordt iemand die een harde slag op het hoofd heeft gekregen (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
18839 |
bezadigd |
kalm:
ook materiaal znd 21, 18
kalme man (L355p Peer),
stil:
ook materiaal znd 21, 18
stille mins (L355p Peer)
|
bezadigd [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bessem:
bɛsǝm (L355p Peer),
bezem:
bɛsəm (L355p Peer, ...
L355p Peer),
bɛ̝səm (L355p Peer)
|
bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b]
I-4, III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
bezemsteel:
beͅsəmstēl (L355p Peer),
steel:
stēəl (L355p Peer)
|
bezemsteel [RND] || de steel van een bezem, van een bloem [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
19303 |
bezig zijn |
aan de gang zijn:
zijn aan ne gang (L355p Peer),
bezig zijn:
zijn bezig met (L355p Peer)
|
bezig zijn [ZND 19a (1936)]
III-1-4
|
21509 |
bezoeken |
bezoeken:
bezikke (L355p Peer),
bezikken (L355p Peer)
|
Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|
17996 |
bibberen |
bibberen:
bibbere (L355p Peer)
|
beven, bibberen [ZND 21 (1936)]
III-1-2
|
23808 |
biddag voor het gewas |
beden voor het veldgewas:
beejen veer t veldgewas (L355p Peer)
|
De Biddag voor het Gewas. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23200 |
bidden |
beden:
bieen (L355p Peer),
ge meot bène (L355p Peer),
ge moet bèen (L355p Peer),
gè moet bèen (L355p Peer)
|
Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] || Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|
23702 |
bidden uit dankbaarheid |
beden uit dankbaarheid:
beeen out dankbaarheid (L355p Peer)
|
Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|