e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plooi plooi: plōj (Peer) Elk van de rimpels of golfachtige vormen die in een weefsel ontstaan, wanneer zij op korte afstanden in tegengestelde richting omgeslagen worden. Zie voor diverse soorten plooien afb. 45. [N 62, 12c; N 62, 12b; L 40, 50; Gi 1.IV, 35; MW; monogr.] II-7
poffen poffen: ps. omgespeld volgens Frings.  poͅfə (Peer) afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)] III-3-1
pokdalig pokken: pokken (Peer) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig, pokkelig). [N 107 (2001)] III-1-2
poken keuteren: keteren (Peer) in de kachel poken [ZND 40 (1942)] III-2-1
politie gendarmen (<fr.): de gendermen hemmen h’m aangehaën (Peer), politie (< lat.): de pelitie heet em oangehaan (Peer), de politie heet hem aangehaân (Peer) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1
politieagent bode: bōi (Peer), police (fr.): de polies (Peer) Hoe heet &lt;&lt; een politieagent &gt;&gt; ? [ZND 40 (1942)] || Politieagent. [ZND 05 (1924)] III-3-1
pollepel pollepel: poͅlepəl (Peer), potlepel: poͅtlepəl (Peer), poͅtlēpəl (Peer) lepel; inventarisatie schertsende benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || pollepel [ZND 04 (1924)] III-2-1
pols pols: B.v. De pols stiejet just boven het handgewricht.  pols (Peer) Een pols: plaats boven het handgewricht [N 106 (2001)] III-1-1
polsmof mof: mof (Peer), mouwtje: mouke (Peer) een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)] III-1-3
pommelee, appelschimmel pommelee: pomǝ`lē (Peer) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9