id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
23414 | priesterkoor | hoogkoor: hoogkoeer (Peer) | Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3 |
22862 | prijzen (mv.) | prijzen: prijzen (Peer), prɛ.is (Peer) | Prijzen (mv). [Willems (1885)] || prijzen (mv.) [RND] III-3-2 |
33740 | prikkeldraad | pikdraad: pekdrø̜t (Peer), pinnetjesdraad: penǝkǝsdrø̄t (Peer) | Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8 |
22356 | priktol | dop: dop (Peer), doͅb (Peer), doͅp (Peer), zonder koord of touw DOP opwinden met n stuk koord dop (Peer) | / [SND (2006)] || Gewone tol (die met een koord wordt geslingerd). [ZND 01u (1924)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] III-3-2 |
21515 | proces-verbaal | proces-van-baal: gə kry(3)̄cht ə pərseͅs vanbāl (Peer) | Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)] III-3-1 |
23243 | processie | processie (<lat.): percessie (Peer) | De processie [bronk, persessie, protsessioën]. [N 96C (1989)] III-3-3 |
23852 | processie door het veld | processie (<lat.) door de velden: percessie door de vèl (Peer) | Een processie door het veld, bedeweg, bidweg. [N 96C (1989)] III-3-3 |
23854 | processie van maria-hemelvaart | maria-hemelvaartprocessie (<lat.): mareija hemelvaartpercessie (Peer) | De processie die op (zondag na) Maria Hemelvaart wordt gehouden. [N 96C (1989)] III-3-3 |
23857 | processiepaaltjes | paaltjes: peejelkes (Peer), processiepaaltjes: percessiepeejelkes (Peer) | De paaltjes die de route aangeven waarlangs de processie trekt [bronkpäöl]. [N 96C (1989)] || Processiepaaltjes in de grond slaan [pöälchere zetse]. [N 96C (1989)] III-3-3 |
23858 | processiestrooisel | strooisel: strooisel (Peer) | Strooisel bestaande uit bloemen, stukgesneden stengels en bladeren en stroopsel van varens waarmee de straten versierd worden [sjtreupsel]. [N 96C (1989)] III-3-3 |