e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
recht vooruitstoten met de armen recht vooruitstoten: met de ehrem recht verout (Peer), vooruitstoten: iets verout stoewehten (Peer) Met de armen recht vooruit stoten (stoeken, duwen). [N 109 (2001)] III-1-2
rechte, vormeloze benen stelten: B.v. din biehjen zijn just stelten.  stelten (Peer) Rechte, vormeloze benen (stokken, stelten, palen, latten, staken) [N 109 (2001)] III-1-1
rechterachterkwartier rechtse deem achter: ręxsǝ dēm axtǝr (Peer) Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d] I-11
rechtervoorkwartier rechtse deem voor: ręxsǝ dēm vē̜r (Peer) Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11
rechtstaande oren ezelsoren: Dah kimt veehr bij hiejel slim minsen.  ezelsoehren (Peer), grote oren: Dah kimt veehr bij hiejel slim minsen.  groewehte oehren (Peer) Rechtstaande oren (fik(s)oren, ezelsoren, (f)laporen, spitsoren). [N 109 (2001)] III-1-1
rechtvaardig rechtvaardig: rechtfä:rdech (Peer), reͅchtvēͅrdech (Peer) Rechtvaardig. [ZND 06 (1924)] III-1-4
reeks, rij rij: rij (Peer) rij [ZND 19A (1936)] III-4-4
refrein refrein: refrein (Peer, ... ) Een refrein (het steeds terugkerende gedeelte van een lied). [ZND 41 (1943)] III-3-2
regen (alg.) regen: rēͅgən (Peer), rege  reͅgə (Peer), regen  reͅgən (Peer), reger  reͅgər (Peer) regen [ZND 23 (1937)] || regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4
regenboog regenboog: regeboog  rəgəbŏx (Peer) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4