| 19513 |
soepketel, waterketel |
marmiet:
mər⁄mit (L355p Peer)
|
berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 19518 |
soepketeltje |
bidon:
bədoͅn (L355p Peer),
bədoͅŋ (L355p Peer),
bommel:
boͅməl (L355p Peer)
|
keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 19521 |
soepterrine |
soepterrine:
soͅpt(ə)rin (L355p Peer)
|
soepterrine [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 18196 |
sok |
sok:
zok (L355p Peer),
korte kous voor mannen
zokən (L355p Peer),
korte kousen
zokken (L355p Peer),
strump:
Altijd mv.
strumpen (L355p Peer)
|
kous (bedekt de voet en het been tot vlak onder of tot boven de knie) [ZND 16 (1934)] || Sok, een paar sokken. Bedoeld wordt de korte kous, tot halverwege het been door mannen en door kinderen gedragen (fr. chausette) [ZND 48 (1954)]
III-1-3
|
| 21287 |
soldaat |
soldaat:
səldo.t (L355p Peer)
|
soldaat [RND]
III-3-1
|
| 21289 |
soldaten |
soldaten:
de seldeten moeten salueèren (L355p Peer),
səldô.tə (L355p Peer)
|
De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] || soldaten [RND]
III-3-1
|
| 23488 |
soldatenkerkhof |
oorlogskerkhof:
oorlogskerkhof (L355p Peer),
soldatenkerkhof:
soldatenkerkhof (L355p Peer)
|
Een soldatenkerkhof, oorlogskerkhof, militaire begraafplaats, ereveld, engels kerkhof e.d. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 31504 |
solderen |
aaneensolderen:
ānīnsǫldērǝ (L355p Peer)
|
Twee of meer metalen delen door middel van soldeersel met elkaar verbinden. Het soldeersel is een metaal of een legering waarvan het smeltpunt lager ligt dan dat van de te verbinden metalen. Het wordt tijdens het solderen met behulp van een soldeerbout, een soldeerlamp, etc. verhit en vloeibaar gemaakt. De te verbinden vlakken worden vóór het solderen met een vloeimiddel gereinigd om het hechten van het soldeersel te vergemakkelijken en om oxidatie van het te solderen materiaal tegen te gaan. Zie ook het lemma "hardsolderen". [N 64, 28a; N 100, 19; L 7, 12; monogr.; N 33, 194 add.]
II-11
|
| 34118 |
soortige koe |
madam:
madam (L355p Peer),
model:
modęl (L355p Peer)
|
Koe die harmonisch van bouw is. [N 3A, 140]
I-11
|
| 33224 |
sorteermachine |
trieur:
trii̯ø̄r (L355p Peer)
|
Het toestel bestaande uit enkele schuddende zeven met gaten van verschillende afmetingen waar de aardappelen overheen worden geleid en naar grootte gesorteerd. [N 12, 32]
I-5
|