e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spreken, praten kallen: hɛ̄ kan Deits kallen (Peer), spreken: nie hel sprèken (Peer) Hij kan Vlaams (Diets, Duuts) praten. [ZND 08 (1925)] || Niet luid spreken! [ZND 30 (1939)] III-3-1
sprenkelen met de wijwaterkwast met de wijwaterskwast sprenkelen: met de wiejwaterskwast sprinkelen (Peer) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
springen springen: spreŋən (Peer), springen (Peer, ... ), spriŋə (Peer) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
springstier springstier: spre.ŋstīr (Peer) [JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 15] I-11
sprinkhaan sprinkhaan: sprinkhaan (Peer) sprinkhaan [Willems (1885)] III-4-2
sproeten sproetelen: B.v. sproetels krijgde weg met botermelk wisde dah?.  sproetels (Peer) Sproet (sproetelen, sproonselen). [N 109 (2001)] III-1-1
sprookje kinderhistorie: kinnerhistorie (Peer), vertelseltje: vertelselke (Peer) hoe heet een kindervertelsel ? kent ge nog een woord sage ? (uitspraak) [ZND 42 (1943)] III-3-1
spruitpot douche: dus (Peer), koeketel: kou̯kētǝl (Peer) Pot waarin men koren kookt, zodat het gaat zwellen. Vervolgens voert men dit aan beesten met name aan het paard. [N 18, 129] I-11
spruw schuil: schoul (Peer), spruw: spruw (Peer), witte velletjes: witte vellekes inne mond (Peer) Spruw: de ontsteking van het slijmvlies in de mondholte vooral bij zuigelingen; aanvankelijk wordt dit vlies hoogrood en later met witte stippen bedekt (spruw, schuil, steenhuffel, mondzeer). [N 107 (2001)] III-1-2
staakijzer van de windmolen staakijzer: stākę̄jzǝr (Peer  [(van ijzer)]  ) De rechtstaande spil in de windmolen waaraan aan de bovenzijde het rondsel of de bonkelaar is bevestigd en aan de onderzijde de klauw die in de rijn van de loper past. Zie ook afb. 64.29 en 59. Achter de plaatscode is tussen haakjes vermeld van welk materiaal het staakijzer was vervaardigd. Zie ook het lemma ɛstaakijzer van de watermolenɛ.' [N O, 14i; N O, 14o; A 42A, 14; A 42A, 15; Sche 43; A 42A, 22] II-3