21284 |
vechten |
vechten:
faextə (L355p Peer)
|
Hij deed geheel de wereld vechten. [RND]
III-3-1
|
34466 |
vechthaan |
vechthaan:
vɛxthān (L355p Peer)
|
Haan in de regel van een bijzonder ras, die afgericht wordt voor hanengevechten. Hanengevechten zijn een Haspengouwse specialiteit. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
34266 |
vee |
beesten:
bīǝstǝ (L355p Peer),
vee:
vī (L355p Peer)
|
Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-11
|
34270 |
veearts |
veeart:
vīa.rt (L355p Peer),
vīē̜r (L355p Peer)
|
[JG 1a, 1b; Vld.; monogr.]
I-11
|
20503 |
veel drinken |
zuipen:
zoupen (L355p Peer)
|
zuipen (overmatig drinken) [ZND 08 (1925)]
III-2-3
|
24262 |
veer |
veer:
vāēr (L355p Peer)
|
veer, veder [Willems (1885)]
III-4-1
|
23659 |
veertigurengebed |
veertigurengebed:
viertig oerengebed (L355p Peer)
|
Het veertigurengebed: de drie dagen = veertig uur durende aanbidding van het uitgestelde Allerheiligste, gehouden b.v. tijdens de carnavalsdagen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34267 |
veestapel |
gerei:
gǝrīi̯. (L355p Peer)
|
Al het vee dat op een boerenbedrijf aanwezig is. Vergelijk het lemma ''vee'' (13.11) in deze aflevering. [JG 1a, 1b]
I-11
|
34282 |
veevoer verzamelen |
plukken:
plɛkǝn (L355p Peer),
snijden:
snęi̯ǝn (L355p Peer)
|
Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.]
I-11
|
19431 |
vegen, keren |
uitkeren:
uitkeren (L355p Peer),
vegen:
vēͅgən (L355p Peer)
|
de vloer vegen, keren (zonder water) [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|