e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vleiwoord tot de zogende zeug kuusje: kuskǝ (Peer) Een vleiwoord roepen tot de zogende zeug om deze gerust te stellen. In plaats van roepen kan men strelen, met de emmer rammelen, de zeug krabben, klakkende of smakkende geluiden maken met de tong. [N 19, 11c] I-12
vlekziekte brand: brant (Peer) Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12
vleugel vleugel: vlegel (Peer) vleugel [Willems (1885)] III-4-1
vleugels in de wanmolen vleugels: vlēgǝls (Peer) De schuingeplaatste plankjes die op een as zijn gemonteerd die wordt aangedreven, waardoor er een windstroom ontstaat, in de wanmolen. [N 14, 45b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
vliegennet net: nęt (Peer), vliegenkleed: vligǝklīǝt (Peer), vliegennet: vligǝnęt (Peer) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vlieger windvlieger: /  windvlieger (Peer) / [SND (2006)] III-3-2
vlier klotsenhout: gecombineerd met ZND 8 055, idem  klotstənhø͂ͅt (Peer), vlierboom: gecombineerd met ZND 8 055, idem  flierbōem (Peer), vlierenboom: gecombineerd met ZND 8 055, idem  flīrbūəm (Peer) vlierboom (sambucus nigra) [ZND 15 (1930)] III-4-3
vlinder pepel: pīpel (Peer), snuffel: sneͅf’ol (oud) (Peer), vlinder: vlendər (Peer), vlinder (Peer, ... ), vlinner (Peer) vlinder [GV Gr (1935)], [ZND 16 (1934)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlo (enk.) vlo: vlooi (Peer) vlo, vlooi [Willems (1885)] III-4-2
vloeiweide wetering: wētǝreŋ (Peer) Weiland, laag gelegen en zodanig aangelegd dat van tijd tot tijd kunstmatige bevloeiing kan plaatsvinden. [N 14, 58] I-8