e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vriend kameraad: kamerêde (Peer), kaməro.t (Peer), vriend: vrien (Peer), vrïenden (Peer) vriend [RND] || vrienden [ZND 44 (1946)] III-3-1
vriesweer open weer: ope weer  opə wēͅr (Peer), vorst: vorst (Peer) vorst (vriesweer) [ZND 08 (1925)] || vriezend weer, koud en droog [N 22 (1963)] III-4-4
vriezenx vriezen: vrieze  vrizə (Peer) vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)] III-4-4
vrijdagavond vrijdagavond: vrijdaagoavond (Peer) De vrijdagavond. [N 96C (1989)] III-3-3
vroedvrouw wijsvrouw: wijsvrouw (Peer, ... ) Hoe noemt men de (gediplomeerde) vrouw die helpt bij de geboorte, indien er geen dokter aanwezig is? (nld. vroedvrouw) [ZND 46 (1946)] || vroedvrouw [ZND 08 (1925)] III-2-2
vroegmis eerste mis: d`ierste mès (Peer), də i:ərstə mɛs (Peer), ieirste mès (Peer), vroegmis: de vriegmès (Peer), vrigmes (Peer) De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] || Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vro.uw (Peer, ... ), vrou (Peer) vrouw [RND], [RND], [ZND 04 (1924)] III-3-1
vrouwelijk jong van de geit germ: gęrm (Peer) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kalf vaarsje: vērskǝ (Peer) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk kuiken hennetje: henǝkǝ (Peer) [N 19, 41a; monogr.] I-12