e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterring van de mijt aanzet van de kop: aanzet van de kop (Peer), waterlaag: wā.tǝrlő̜̄x (Peer) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
waterzucht waterzucht: waterzucht (Peer) Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zuch(t), het water, waterzuch(t), vocht). [N 107 (2001)] III-1-2
wbd: afzeggen breken: ps. omgespeld volgens Frings.  də koͅp breͅkə (Peer) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek goed gaan: ps. omgespeld volgens Frings.  gut gøͅn (Peer), wat opbrengen: ps. omgespeld volgens Frings.  wa oͅpbreͅŋə (Peer) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten laten zitten: ps. omgespeld volgens Frings.  løͅtə zetə (Peer) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld <hoeveel boven de prijs>: ps. omgespeld volgens Frings.  huvēl bovə də prēͅi̯s (Peer), huvəl bovə də prēͅi̯s (Peer) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor naar parijs willen gaan: ps. omgespeld volgens Frings.  døͅveͅr wøl ex weͅl nøͅ Pərēͅi̯s gøͅn (Peer) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
weddenschap wedding: ĕn weddinh (Peer), weddingschap: wɛdiŋsjap (Peer) weddenschap [RND] || Wedding. [Willems (1885)] III-3-2
weduwe weef: weef (Peer) weduwe [ZND 08 (1925)] III-2-2
weduwnaar wevenaar: weevenéér (Peer) weduwnaar [ZND 08 (1925)] III-2-2