e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilgenkatje poesje: pieskes (Peer), poeskes (Peer) katjes v. sommige bomen [ZND 34 (1940)] III-4-3
willen willen: Mar.;: dit ww. komt niet voor in WBD 1.4; in deze lijst komt het gehele werkwoord ook niet voor! Niet gebruiken?  ech wel, gɛ̄ weld, hɛ̄ weld (Peer) ik wil, gij wil, hij wil ik wou, gij woudt, hij wou wil hij nu? wou hij gisteren? wou hij het maar doen! [ZND 08 (1925)] III-1-4
wimper wimpel: wimpels (Peer), wimper: wimpers (Peer) lange wimpers (haartjes aan de oogleden) [ZND 34 (1940)] III-1-1
wind (alg.) wind: ps. omgespeld volgens Frings.  weͅnt (Peer, ... ) wind [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] III-4-4
windborden stormplanken: stǫrǝmplaŋkǝ (Peer) De planken die tussen voorzoom en roedebalk worden geplaatst om de windvang te vergroten. [N O, 4a; A 42A, 67; Sche 35] II-3
winderig weer trekkerig: trekkerig  treͅkərex (Peer) winderig weer [zuchtig] [N 22 (1963)] III-4-4
windhoos houwmouwtje: houmouke  houmoukə (Peer) klein windhoosje, dwarrelig van bladeren en zand [echelstaart, keujmenke] [N 22 (1963)] III-4-4
windluiken, waterdeuren waterdeuren: waterdeuren (Peer), winddeuren: winddeuren (Peer) De luiken in de kap van de molen aan weerszijden van de askop. De luiken kunnen worden verwijderd waardoor de mogelijkheid ontstaat askop en roeden te bereiken voor inspectie en onderhoud. Zie ook afb. 28. [N O, 31a; A 42A, 60] II-3
windmolen windmolen: went[molen] (Peer) Een molen die door de wind wordt aangedreven. De windmolen kan worden onderverdeeld in twee belangrijke hoofdgroepen: de standerdmolen en de Hollandse molen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [Sche 2; Grof 2; monogr.; N D add.] II-3
windpeluw windpulf: wentpølǝf (Peer) De zware balk in het stormeinde waar de halssteen of het metalen lager voor de molenas op bevestigd is. Zie ook afb. 17. [N O, 28c; N O, 28i; A 42A, 5; monogr.] II-3