| 23419 |
communiekleed |
communiekleed:
communieklieed (L355p Peer)
|
Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 21224 |
compartiment |
compartiment (<fr.):
dah is è compartiment (L355p Peer),
coup (fr.):
dah is ne coupé (L355p Peer),
dah is è coupé (L355p Peer)
|
compartiment [N 102 (1998)]
III-3-1
|
| 23683 |
conferentie |
conferentie (<lat.):
conferentie (L355p Peer)
|
Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23623 |
consecratie |
consecratie (<lat.):
consecratie (L355p Peer)
|
De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23646 |
consecratiekaars |
consecratiekaars:
consecratiekars (L355p Peer)
|
De consecratiekaars. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23392 |
corpus |
christusfiguur:
christusfiguur (L355p Peer),
corpus (lat.):
corpus (L355p Peer)
|
Het corpus, de Christusfiguur van een kruisbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23433 |
credenstafel |
tafeltje voor de misbenodigdheden:
tefelke voor de mesbenodigdheden (L355p Peer)
|
De dientafel links en rechts op het priesterkoor, waarop de benodigdheden voor de Mis gereed gezet worden [credens(tafel)]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23620 |
credo |
geloofsbelijdenis:
gebejede of gezongen geloeefsbelijdenis (L355p Peer)
|
De gebeden of gezongen geloofsbelijdenis, het Credo. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23416 |
crypte |
crypte (<fr.):
crypte (L355p Peer)
|
De ruimte, de kelder onder het priesterkoor, vroeger gebruikt als grafkelder [crypte, krocht?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 32810 |
cultivator, extirpator |
extirpator:
ɛkspātǝr (L355p Peer)
|
De cultivator, extirpator of woeleg is een 3- of 4-wielig of op twee lopers voortglijdend akkerwerktuig met op een schaar eindigende tanden, die d.m.v. een hefboom tegelijk versteld kunnen worden. Aan het raam van een wielcultivator zitten 5 of meer C-vormige veertanden (zie afb. 77) of rechte stelen (zie afb. 78), die elk van een pijlvormige beitel, resp. een kleine dubbelschaar zijn voorzien. Dit lemma betreft de cultivator in het alge-meen. Voor termen die op de sleepcultivator toepasselijk zijn, zie men het volgende lemma. Wat in het onderstaande met ''eg'' en ''eg'' bedoeld wordt, is aangegeven in het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b+ 1d + 2c; N 11, 78a; N 11A, 150a + c; N J, 10; N 18, 52 add.; div.; mono-gr.]
I-2
|