e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

Gevonden: 3663
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druppel drup: drep (Peer, ... ), dreͅp (Peer, ... ), druppel: drèppel (Peer, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
druppen, druppelen druppelen: drĕppelen (Peer), drèppelen (Peer), druppen: ps. omgespeld volgens Frings.  dreͅppen (Peer), dreͅppən (Peer), lekken: leeke (Peer), leeken (Peer) druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)] III-4-4
dubbel eggen half in half [eggen]: ha.lǝf˱ in ha.lǝf [eggen] (Peer) Manier van eggen, waarbij men elke egstrook na het keren voor de helft overegt. Op deze wijze wordt de grond tweemaal door de eg-tanden bewerkt. Zie ook de toelichting bij het lemma ''eggen''. [JG 1a+ 1b+ 1d add.; N 11A, 84a] I-2
dubbel gezwad dobbel gezwad: dǫbǝl [gezwad] (Peer) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
dubbele lijn dobbel kordeel: dǫbǝl kǝrdiǝl (Peer) Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34] I-10
dubbelschaar van de aanaardploeg dubbele schalm: dubbele schalm (Peer) Zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma Aanaardploeg. [N 11A, 83b; monogr.; add. uit N 12, 25] I-5
duif (alg.) duif: deif haan ... (Peer), di dijf es teͅm, in teͅm dijf (Peer), douf (Peer), dōuf (Peer), en dooef (Peer), Pl. òu.  dòuf (Peer) duif [GTRP (1980-1995)] || Duif, mannelijk. [ZND 39 (1942)] || Duif. [Goossens 1b (1960)], [Willems (1885)] || Duivenhouden is een ... (iest dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] || Tam, mak. "Die duif is tam, een tamme duif. [ZND 07 (1924)] III-3-2
duif, algemeen duif: douf (Peer), dōūf (Peer) duif [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)] III-4-1
duiken dompelen: [vgl. lm. DOMPELEN in WLD III, 1.2, pag. 56]  in het dompelen (Peer), duikelen: [OVT]  daukelde (Peer), duiken: in het water dauken (Peer), in t water duiken (Peer) Duikelen. [Willems (1885)] || In het water duiken. [ZND 33 (1940)] III-3-2
duitse mis samengezongen mis: samengezongen mes (Peer) Een Duitse mis, door de gelovigen samen gezongen [Duutsje zingmèa?]. [N 96B (1989)] III-3-3