e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L381b plaats=Peij

Overzicht

Gevonden: 694
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roep- en lokwoord voor de kip kip, kip: kip, kip (Peij), tiet, tiet: tit, tit (Peij), tiet, tiet, tiet: tit, tit, tit (Peij), tīt, tīt, tīt (Peij), tjiet, tjiet, tjiet: tjit, tjit, tjit (Peij) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor de koe bella: bella (Peij), truida: truida (Peij) Men roept de koe naast de algemene benamingen koe, muk enzovoorts ook met het noemen van de kleur, b.v. zwarte en met een eigennaam als Lies en Berta. [N C, 16; VC 14, 2a (r] I-11
roep- en lokwoord voor een big kuus, kuus: køš, køš (Peij), kuusje: kyškǝ (Peij) Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kuiken kuik, kuik: kyk, kyk (Peij), kȳk, kȳk (Peij), kuik, kuik, kuik: kyk, kyk, kyk (Peij), tiet, tiet, tiet: tīt, tīt, tīt (Peij), tietetje, tietetje: titǝkǝ, titǝkǝ (Peij) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het varken kuus, kuus: køš, køš (Peij), kuusje: kyškǝ (Peij) In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r] I-12
roep- en lokwoorden voor het lam mekketje: mɛkǝtjǝ (Peij) [N 19, 74b; VC 14, 2k (R] I-12
roep- en lokwoorden voor het schaap lem, lem: lɛm lɛm (Peij), mekketje: mɛkǝtjǝ (Peij) [N 19, 74a; VC 14, 2j (R] I-12
roepwoord voor de geit mekketje: mɛkǝtjǝ (Peij) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roepwoord voor de jonge geit mekketje: mɛkǝtjǝ (Peij) [N 19, 74f; VC 14, 2m -r-] I-12
roer schijt: šīt (Peij) Dysentrie of diarree. Wanneer de bijen te lang moeten overwinteren door koud weer, kan het zijn dat de reinigingsvlucht niet plaatsvindt. De afvalstoffen hopen zich op in de endeldarm. De bijen zien zich genoodzaakt zich te ontlasten in de woning met als mogelijk gevolg buikloop. Tegenwoordig wint de mening terrein dat roer geen aparte ziekte is, maar een begeleidend verschijnsel van de ziekte nosema (De Roever, pag. 439). [N 63, 71a; Ge 37, 204] II-6