21421 |
stelen |
stelen:
stèlə (L381b Pey)
|
stelen (geen context) [DC 38 (1964)]
III-3-1
|
21602 |
stemmen |
stemmen:
stumme (L381b Pey)
|
zijn stem uitbrengen bij verkiezingen [stemmen, doppen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21487 |
stempelen |
stempelen:
stempele (L381b Pey)
|
het laten afstempelen door een werkloze van een formulier als bewijs dat hij geen regelmatige arbeid verricht heeft [doppen, stempelen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19893 |
stenen omheining |
muur:
moer (L381b Pey)
|
een schutting of omheining van steen (schans, schrans, beer) [N 90 (1982)]
III-2-1
|
20323 |
sterven |
kapotgaan:
kapótgáón (L381b Pey),
sterven:
stɛrvə (L381b Pey)
|
Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] || sterven [DC 38 (1964)]
III-2-2, III-4-2
|
20151 |
stiefdochter |
stiefdochter:
steefdochter (L381b Pey, ...
L381b Pey),
steegdochter (L381b Pey, ...
L381b Pey,
L381b Pey)
|
stiefdochter [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20341 |
stiefkinderen |
stiefkinder:
steefkinjer (L381b Pey),
steefkènjer (L381b Pey),
steegkendjer (L381b Pey),
steegkènjer (L381b Pey, ...
L381b Pey,
L381b Pey)
|
stiefkinderen [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20340 |
stiefmoeder |
stiefmoeder:
steefmoder (L381b Pey),
steegmoder (L381b Pey),
steegmooder (L381b Pey, ...
L381b Pey,
L381b Pey)
|
stiefmoeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20338 |
stiefouders |
stiefouders:
steefaojers (L381b Pey),
steegaojers (L381b Pey, ...
L381b Pey,
L381b Pey)
|
stiefouders [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20339 |
stiefvader |
stiefvader:
steefvader (L381b Pey),
steegvader (L381b Pey, ...
L381b Pey,
L381b Pey,
L381b Pey)
|
stiefvader [DC 05 (1937)]
III-2-2
|