e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tabakspruim pruim: proem (Pey), pruimpje: prūūmke (Pey), pruimrolletje: prôemrölkə (Pey), rol: rol (Pey) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap fluim: fluum (Pey), smirk: smierk (Pey), zever: zeiver (Pey), zeivər (Pey) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tafelbroeder; niet te gebruiken tafelheer: toafelhier (Pey) tafelbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
tafelzuster; niet te gebruiken tafeldame: toafeldaame (Pey) tafelzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
tak (alg.) tak: tak (Pey), tek (Pey) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || dikke tak [DC 25 (1954)] III-4-3
takken (coll.) douw: doulj (Pey), gewaai: gewèi (Pey), kroon: krôân (Pey) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] III-4-3
takken krijgen uitlopen: óétloupe (Pey) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
tand tand: tandj (Pey, ... ) tand [DC 01 (1931)] III-1-1
tandpijn tandpijn: tandjpien (Pey), tandjpīn (Pey) kiespijn [DC 27 (1955)] III-1-2
tandvlees tandvlees: tandjvlèjs (Pey) Hoe noemt men het tandvlees? [DC 30 (1958)] III-1-1