32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blǭǝ.t (Q161p Piringen),
blader:
blø̜̄r (Q161p Piringen)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
24514 |
bladrozet van de paardebloem |
cichorei:
chicorĕi (Q161p Piringen),
-
chicorée (Q161p Piringen)
|
paardebloem [ZND 15 (1930)] || paardebloem, bladrozet van
III-4-3
|
19978 |
blaffen |
bellen:
beͅi̯lə (Q161p Piringen)
|
blaffen [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
17986 |
bleek |
bleek:
hijə zoog bleeək (Q161p Piringen)
|
hij is zo bleek [ZND 21 (1936)]
III-1-2
|
25113 |
bliksemen |
bliksemen:
hət bliksemt (Q161p Piringen, ...
Q161p Piringen)
|
bliksemen [ZND 21 (1936)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
20693 |
bloedworst |
bloedpens:
bloedpens (Q161p Piringen),
rode pens:
roͅipɛ.ns (Q161p Piringen)
|
bloedworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
24523 |
bloeien |
bloeien:
blø̜̄ǝ (Q161p Piringen)
|
De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.]
I-4
|
20718 |
bloem |
bloem:
blum (Q161p Piringen),
boulté:
`bultij (Q161p Piringen)
|
Bloem bestaat uit het inwendige van de graankorrel, de meelkern, en is wit tot grauw van kleur. Het vormt de fijnste soort in de reeks produkten die tijdens het builen worden gescheiden. Bloem is uitermate geschikt om mee te bakken. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛmeelɛ en ɛboultéɛ. Het woordtype dobbele zero (Q 167) verwijst naar het feit dat de fijnheid van bloem met ø̄0ø̄ (zero) wordt aangegeven. Hoe meer zeroɛs, des te fijner de bloem. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma ɛbloemɛ in wld II.1, pag. 83.' [N O, 37c; JG 1a; JG 1b; Vds 246; Jan 240; Coe 218; Grof 245; monogr.]
II-3
|
24471 |
bloem (alg.) |
bloem:
blumə (Q161p Piringen)
|
bloemen [RND]
III-4-3
|
33611 |
bloementuin |
floer:
floer (Q161p Piringen)
|
bloemenhof [ZND 27 (1938)]
I-7
|