e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwangbuis dwangbuis: dwangbuus (Posterholt) een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk biels: biels (Posterholt) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalkjes, egscheien dwarsbalken: dwarš˱bɛlǝk (Posterholt) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2
dwarsbeuk dwarsbeuk: dwarsjbe[u}ke (Posterholt) Het dwarsschip, de dwarsbeuk van een kruiskerk [transept?]. [N 96A (1989)] III-3-3
dwarsdoorsnede querschnitt: kwē̜ršnet (Posterholt) Een getekende, dwarse doorsnede van een werkstuk, bijvoorbeeld van een meubel. [N 53, 205d] II-12
dwarsdrijven warsdrijven: weersj drieve (Posterholt) dwarsdrijven [SGV (1914)] III-1-4
dwarsdrijver dwarsligger: dwarsligger (Posterholt), warsdrijver: weersj driever (Posterholt) dwarsdrijver [SGV (1914)] || iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)] III-1-4
dwarsklampen klampen: klampǝ (Posterholt) De horizontale planken in het geraamte van de deur met vergaring. [N 55, 23c] II-9
dwaze streek streek: sjtreek (Posterholt) een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)] III-1-4
dwaze, onbezonnen daad domheid: dòòmheid (Posterholt) een dwaze onbezonnen daad [akt, actie, kapsie] [N 85 (1981)] III-1-4