e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ereboog boog: baog (Posterholt), baog, mv. bèùg (Posterholt), ereboog: eerebaog (Posterholt), erebaog (Posterholt), triomfboog: trionfbaog (Posterholt) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] || Ereboog. III-3-2
ereboog voor de jonge priester ereboog: eerebaog (Posterholt), triomfboog: trionfbaog (Posterholt) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] III-3-3
erf mesten: mēͅi̯stə (Posterholt), meͅstə (Posterholt), plaats: plāts (Posterholt) I-7
erfenis erfenis: erfenis (Posterholt) het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
erfgenaam erfgenaam: erfgenaam (Posterholt) degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
ernstig ernstig: erstig (Posterholt) van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)] III-1-4
erwt, algemeen erwt: ɛrt (Posterholt), WLD = erwt  ert (Posterholt, ... ) erwt [N 92 (1982)] || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5, I-7
erwten- of bonenranken ranken: reng (Posterholt) [N Q (1966)] I-7
esdoorn es: WLD  esj (Posterholt), vliegertjesboom: -  vlegerkes-boum (Posterholt) De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)] || gewone esdoorn [DC 69 (1994)] III-4-3
espagnolette espagnolette: ɛspanjǝlɛt (Posterholt) Toestel waarmee een draairaam gesloten kan worden. Het bestaat uit een vierkante of ronde staaf die in het midden als heugel is bewerkt en waarop het aan de kruk zittende rondsel werkt. Door het overhalen van de kruk bewegen de delen van de staaf zich naar elkaar toe. In gesloten toestand bevinden de uiteinden van de staaf van de espagnolette zich in aan de boven- en onderdorpel van het kozijn bevestigde ogen. [N 54, 95; monogr.] II-9