28760 |
fluweel, velours |
sameet:
zamɛt (L387p Posterholt)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
25025 |
fonkelen, flonkeren |
fonkelen:
foonkele (L387p Posterholt)
|
levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21559 |
fooi |
drinkgeld:
drinkgeldj (L387p Posterholt)
|
de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
30994 |
fouten bij slecht overhalen |
plooien:
(enk)
plōj (L387p Posterholt)
|
Fouten die ontstaan, doordat men bij het overhalen het leer niet goed aantrekt. [N 60, 87]
II-10
|
33528 |
framboos |
framboos:
WLD = framboos
framboos (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt)
|
framboos [N 92 (1982)]
I-7
|
24084 |
franciscaan |
bruine pater (lat.):
broene pater (L387p Posterholt)
|
Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18784 |
franje |
franjel:
franjele (L387p Posterholt),
franjǝl (L387p Posterholt)
|
franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.]
II-7, III-1-3
|
31875 |
freesmachine |
frees:
frē̜s (L387p Posterholt)
|
Machine, bestaande uit een metalen frame waarop een verticale as is aangebracht die voorzien is van een aantal beiteltjes. Met de freesmachine kunnen inkervingen in het hout worden aangebracht. Ze wordt ook gebruikt om bepaalde profielen in het hout aan te brengen en is dan vaak de vervanger van de profielschaven. Zie ook afb. 56. [N 53, 86a; monogr.]
II-12
|
24315 |
fret |
fret:
fred (L387p Posterholt)
|
Fret, een tam bunzingachtig diertje waamee de konijnen uit hun holen worden verdreven [N 94 (1983)]
III-4-2
|
31876 |
frezen |
frezen:
frē̜zǝ (L387p Posterholt)
|
Het hout met behulp van de freesmachine bewerken. [N 53, 109a; monogr.]
II-12
|