e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gauwdief gauwdief: gauwdeef (Posterholt, ... ) een dief die op behendige, listige wijze te werk gaat [gauwdief, schelm] [N 90 (1982)] || gauwdief [SGV (1914)] III-3-1
gebakje taartje: taertsje (Posterholt) Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken aardappelen aardappelen in de pan: aerpele in der pan (Posterholt), schijven in de pan: sjieve in de pan (Posterholt) In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebed gebed: gebed (Posterholt) Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeden gebeden: gebae (Posterholt) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeier klokgelui: klokgeloew (Posterholt) Het gelui, het gebeier van de klok(ken). [N 96A (1989)] III-3-3
gebint gebint(e): gǝbentj (Posterholt), gebont(e): gǝbǫntj (Posterholt), kap: kap (Posterholt) Het geheel van spantbenen, gordingen, kepers etc. waarop de dakbedekking rust. Zie ook afb. 49 en 71. [S 9; N 54, 149a; N 54, 149b; N 54, 151; monogr.; Vld.] II-9
gebit gebeet: gǝbēt (Posterholt), gebit: gaaf gebit (Posterholt), gebeet (Posterholt) Een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog heelemaal gaaf. [DC 14 (1946)] || gebit [N 10a (1961)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] I-9, III-1-1
gebluste kalk geleste kalk: gǝløštǝ kalǝk (Posterholt) Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.] II-9
geboortefeest doopfeest: daupfees (Posterholt, ... ) Het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)]. [N 88 (1982)] III-3-2