e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geslachtsorgaan van de hengst als geheel gemecht: gǝmɛxt (Posterholt) [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
gesloten kant blinde rand: blendjǝ ranjtj (Posterholt) De zoolrand die niet uitsteekt. Zie afb. 45. [N 60, 105b] II-10
gesloten kant [wld ii.10, p. 44] blinde rand: blindje randj (Posterholt) De zoolrand die niet uitsteekt (gesloten kant?) Zie tek. 105. [N 60 (1973)] III-1-3
gesmede spijker gesmede nagel: gǝšmēdǝ nāgǝl (Posterholt) Een spijker die door de smid gesmeed is. Zie ook de paragraaf over de nagelsmid in wld II.11, pag. 139 - 140. [N 54, 12a; N 64, 104b; monogr.] II-12
gesneden mannelijk schaap hamel: hāmǝl (Posterholt) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken barg: barx (Posterholt) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gesp: gesp (Posterholt), sjoon mit gaspe (Posterholt) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
gestichte mis stichting: stichting (Posterholt) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
gestreepte broek strepen boks: Van Dale: II. strepen (bn.), <gew.> van gestreepte stof: een strepen rok.  sjtrepe books (Posterholt) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getalzijde van een geldstuk munt: muntj (Posterholt) De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)] III-3-2