e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gevoelloos (zijn) dood: B.v. dooj vingers.  dood (Posterholt), gevoelloos: geveulloos (Posterholt) Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)] || Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)] III-1-1
gevormd worden gevormd worden: gevormd waere (Posterholt) Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
gewas gewas: gǝwas (Posterholt) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
geweer geweer: gewaer (Posterholt) een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)] III-3-1
gewei van een hert gewei: geweij (Posterholt) Gewei van een mannetjesree [N 94 (1983)] III-4-2
gewelf gewelf: gewelf (Posterholt), gǝwęlǝf (Posterholt), gewelfsel: gǝwø̜lǝfsǝl (Posterholt) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] II-9, III-3-3
gewelfd plafond gewelfd plafond: gǝwęlǝft plǝfǫŋ (Posterholt) Plafond met gewelfkappen tussen de ribben. Om een dergelijk plafond te maken werden tussen de balken van de bovenliggende verdieping in de vorm van een boog latjes gespannen die vervolgens met pleistermortel werden afgewerkt. De boogvorm kon ook worden verkregen met behulp van een in die vorm uitgezaagde mal. Zie ook het lemma 'Schenkel', 'Formeel'. Het woord 'tremen', eigenlijk de benaming voor de balken van de verdiepingsvloer, werd in Q 30 vroeger gebruikt voor gewelfd tussen de balken aangebracht stucadoorswerk. [N 54, 143b; N 6, 20; L 2, 19] II-9
gewelfschildering muurschildering: moersjildering (Posterholt) Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)] III-3-3
geweten geweten: geweete (Posterholt) Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)] III-3-3
gewichtkokers schuifraamkokers: šø̄ǝfrāmkǭkǝrs (Posterholt) De holle ruimtes naast de raamstijlen waarin de tegengewichten van het onderraam op- en neergaan. [N 55, 49d] II-9