e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
groen ongaar: ongār (Posterholt) Slecht doorlooid, gezegd van zoolleer. [N 60, 10] II-10
groene berkentak berkentak: WLD  berketak (Posterholt) Een groene berketak (berkemei). [N 82 (1981)] III-4-3
groene bladluis meelde: meelje (Posterholt) insectjes onder een blad, groen [DC 68 (1993)] III-4-2
groente groente: WLD  greunte (Posterholt) De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)] III-2-3
groente, algemeen groente: WLD  greunte (Posterholt) De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)] I-7
groenten bij elkaar zoeken zoeken: zeuke (Posterholt) Hoe noemt U: Groenten bij elkaar zoeken (moezelen) [N 80 (1980)] III-2-3
groentevrouw groentevrouw: grŭntevrouw (Posterholt) groentevrouw [SGV (1914)] III-3-1
grof grof: groof (Posterholt), grǭf (Posterholt) Gezegd van een paard met zware poten. Een aantal antwoorden is opgenomen in het lemma ''zwaar paard'' (4.5.1), omdat het daar eerder thuishoort. [N 8, 64b] || grof [SGV (1914)] I-9, III-3-1
grof gebouwd grof: graof (Posterholt, ... ), zwaar: zwaor (Posterholt) Grof gebouwd: groot, zwaar (struis, grof). [N 84 (1981)] || zwaar van lichaamsbouw [grof, stug, struis] [N 10 (1961)] III-1-1
grof gebouwde vrouw machochel: megochel (Posterholt) fors gebouwde vrouw [megochel, schommel] [N 07 (1961)] III-1-1