30837 |
groen |
ongaar:
ongār (L387p Posterholt)
|
Slecht doorlooid, gezegd van zoolleer. [N 60, 10]
II-10
|
24594 |
groene berkentak |
berkentak:
WLD
berketak (L387p Posterholt)
|
Een groene berketak (berkemei). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24466 |
groene bladluis |
meelde:
meelje (L387p Posterholt)
|
insectjes onder een blad, groen [DC 68 (1993)]
III-4-2
|
20778 |
groente |
groente:
WLD
greunte (L387p Posterholt)
|
De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33503 |
groente, algemeen |
groente:
WLD
greunte (L387p Posterholt)
|
De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)]
I-7
|
20595 |
groenten bij elkaar zoeken |
zoeken:
zeuke (L387p Posterholt)
|
Hoe noemt U: Groenten bij elkaar zoeken (moezelen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21328 |
groentevrouw |
groentevrouw:
grŭntevrouw (L387p Posterholt)
|
groentevrouw [SGV (1914)]
III-3-1
|
21329 |
grof |
grof:
groof (L387p Posterholt),
grǭf (L387p Posterholt)
|
Gezegd van een paard met zware poten. Een aantal antwoorden is opgenomen in het lemma ''zwaar paard'' (4.5.1), omdat het daar eerder thuishoort. [N 8, 64b] || grof [SGV (1914)]
I-9, III-3-1
|
17547 |
grof gebouwd |
grof:
graof (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt),
zwaar:
zwaor (L387p Posterholt)
|
Grof gebouwd: groot, zwaar (struis, grof). [N 84 (1981)] || zwaar van lichaamsbouw [grof, stug, struis] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17549 |
grof gebouwde vrouw |
machochel:
megochel (L387p Posterholt)
|
fors gebouwde vrouw [megochel, schommel] [N 07 (1961)]
III-1-1
|