31934 |
handboor, fretboor |
fretboortje:
frɛt˱bǭrkǝ (L387p Posterholt),
handboor:
hantj˱bō̜r (L387p Posterholt)
|
Een kleine boor met een handgreep en met scherpe schroefdraad, die met één hand wordt rondgedraaid. Zie ook afb. 78. De handboor heeft als handvat ofwel een houten dwarsstukje, ofwel een rondgebogen metalen greep. Hij wordt gebruikt om gaten voor te boren en op plaatsen waar men met de omslagboor niet kan werken. [N 33, 132; N 53, 160b; N 53, 168; monogr.]
II-12
|
21849 |
handel |
handel:
hanjel (L387p Posterholt)
|
het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21449 |
handelaar |
handelaar:
hanjelaer (L387p Posterholt)
|
iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21496 |
handelen |
handelen:
hanjelle (L387p Posterholt),
hanjöle (L387p Posterholt)
|
handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18903 |
handeling |
daad:
daad (L387p Posterholt)
|
een op zichzelf staande, niet werktuigelijke verrichting, een handeling [gangen, gang, daad] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17660 |
handen (spotnamen) |
fikken:
fikke (L387p Posterholt),
klauwen:
klauwe (L387p Posterholt),
knoken:
knèùk (L387p Posterholt)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
18906 |
handig |
handig:
henjig (L387p Posterholt)
|
goed met de handen terecht kunnend; gemakkelijk en snel iets met de handen kunnen maaken [handig, mieg, erg, snel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27222 |
handlanger |
handlanger:
hantjlaŋǝr (L387p Posterholt),
opperman:
ǫpǝrmanǝ (L387p Posterholt)
|
Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld]
II-9
|
30821 |
handleer |
handleer:
hanjtjlę̄r (L387p Posterholt)
|
Stuk leer in de vorm van een handschoen zonder vingerstukken, gebruikt bij zwaar werk ter bescherming van de hand. [N 60, 220b]
II-10
|
17662 |
handpalm |
palm:
palm (L387p Posterholt)
|
palm van de hand [N 10 (1961)]
III-1-1
|