21285 |
heer |
prins:
prɛns (L387p Posterholt)
|
heer [RND]
III-3-1
|
21151 |
heerbaan |
heerbaan:
heerbaan (L387p Posterholt)
|
een grote, brede weg (dijk, heerbaan, heerstraat) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24607 |
heermoes |
kattestaart:
katǝštɛrt (L387p Posterholt)
|
Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.]
I-5
|
18015 |
hees, schor |
hees:
heis (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt)
|
hees [SGV (1914)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
25890 |
hefboom |
hefboom:
høfbǫwm (L387p Posterholt)
|
De hefboom, onderdeel van de draaiboom, waarmee de ketel kan worden opgetild. Zie afb. 16. [N 57A, 4.8; N 57, 9 add.]
II-2
|
25894 |
hefboom van de pers |
draaistang:
dręjštaŋ (L387p Posterholt)
|
De hefboom waarmee de pers met schroef-draad wordt aangedreven. Zie afb. 20. [N 57, 12c]
II-2
|
19447 |
heg, haag |
heg:
heik (L387p Posterholt)
|
Omheining bestaande uit geschoren kreupelhout of struikgewas (heg, haag, hoftuin) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24946 |
heilaarde, dichte zwarte grond |
zware grond:
zjuaore gròòndj (L387p Posterholt)
|
zwarte, ondoordringbare aarde [schurft, heilaarde] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
23208 |
heilig |
heilig:
heilig (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt)
|
heilig [SGV (1914)] || Heilig [hèllig, hillig]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23795 |
heilig graf |
rustaltaar:
rösaltaar (L387p Posterholt)
|
De plaats, het rustaltaar waar op Witte Donderdag de geconsacreerde Hostie bewaard wordt, het H. Graf. [N 96C (1989)]
III-3-3
|