20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kiste (L387p Posterholt)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33613 |
in de moestuin werken |
hovenieren:
hōͅvənēre (L387p Posterholt)
|
[N P (1966)]
I-7
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
stuiken:
sjtoeke (L387p Posterholt)
|
slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19449 |
in de tuin werken |
in de hof werken:
in de haof wirke (L387p Posterholt)
|
Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
32162 |
in de was zetten |
in de was zetten:
en ǝ was ˲zetǝ (L387p Posterholt)
|
Het hout van meubels met was inwrijven. [N 56, 59a; monogr.]
II-12
|
32153 |
in dessin belijmen |
mozaïeken:
mōzaikǝ (L387p Posterholt)
|
Het grondhout volgens een bepaalde tekening beplakken met fineer. Zie ook het lemma ɛfriserenɛ.' [N 56, 25]
II-12
|
18227 |
in lompen gekleed |
schamel:
sjaamel (L387p Posterholt)
|
in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
aangeven:
aangaeve (L387p Posterholt)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20252 |
in verwachting zijn |
groot gaan:
groot gaon (L387p Posterholt)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
21856 |
in voorraad |
hebben:
höbbe (L387p Posterholt)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|