30435 |
korbelen |
korbelen:
karbēlǝ (L387p Posterholt),
kǫrbēlǝ (L387p Posterholt)
|
Balkjes die ter ondersteuning tussen de standvink en de moerbalk worden aangebracht. Zie ook afb. 70c. [N 54, 120e]
II-9
|
20109 |
korenbloem |
blauwbloem:
blau̯blōm (L387p Posterholt),
-
blauwbloom (L387p Posterholt),
korenbloem:
WLD = korenbloem
kaorebloom (L387p Posterholt)
|
Centaurea Cyanus L. Een niet meer zo algemeen voorkomende plant met blauwe bloemen, een spinselachtig behaarde stengel en dunne lancetvormige bladeren, die groeit in korenvelden, op zandgronden en in bermen. De plant bloeit van juni tot augustus en varieert in hoogte van 30 tot 60 cm. [A 13, 14; L 34, 31; monogr.; add. uit JG 1b] || korenbloem [N 92 (1982)]
I-5, III-4-3
|
33092 |
korenmijt zetten |
zetten:
zetǝ (L387p Posterholt)
|
Het maken van de korenmijt. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Het object van de overgankelijke werkwoorden is steeds: een korenmijt, of, kortweg, koren. [N 15, 44; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
24539 |
kornoelje (alg.) |
konkernolletje:
konkernölke (L387p Posterholt)
|
kornoelje [SGV (1914)]
III-4-3
|
18604 |
korset |
korset (<fr.):
kèrsjet (L387p Posterholt)
|
korset, rijglijf om de taille [rijlief, rellif, relf, ruls, stiklijst, stiflijk] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
17797 |
kort geknipt haar |
kort:
kort (L387p Posterholt)
|
overal kort geknipt hoofdhaar [tieters] [N 86 (1981)]
III-1-1
|
18013 |
kortademig |
dempig:
dĕmpig (L387p Posterholt),
kort:
kort van aom (L387p Posterholt)
|
dempig [SGV (1914)] || kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
18287 |
korte broek |
korte boks:
korte books (L387p Posterholt)
|
broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24737 |
korte dikke wortel |
mollenstaart:
WLD
mòòlestert (L387p Posterholt)
|
Korte, dikke wortels (mollestaarten). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18600 |
korte onderbroek? |
korte onderboks:
korte òòngerbòòks (L387p Posterholt),
onderboks:
ongerboks (L387p Posterholt)
|
Korte onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] || onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)]
III-1-3
|