e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

Gevonden: 5728
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bal gehakt gehaktbal: gehaktbal (Posterholt) Bal gehakt (frikkedel?) [N 16 (1962)] III-2-3
balans balans: balans (Posterholt) balans [SGV (1914)] III-3-1
baldadig (persoon) wild: wiltj (Posterholt) wild en uitgelaten [schavurig, baldadig] [N 85 (1981)] III-1-4
baldakijn hemel: de hemel (Posterholt) De rechthoekige troonhemel waaronder het H. Sacrament wordt rondgedragen in de processie [Hemel, balkon, draaghemel, himmel]. [N 96C (1989)] III-3-3
balein balein: belien (Posterholt) balein uit het korset [N 25 (1964)] III-1-3
balk arm: ęrm (Posterholt) De grote balk waaraan de hefboom hangt. [N 57A, 4.4; N 57, 9 add.] II-2
balkenbrij balkenbrij: balkebriē (Posterholt), klompes: klumpes (Posterholt), klumpus (Posterholt), klŭmpes (Posterholt), klømpəs (Posterholt) balkenbrij [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || Balkenbrij (bombaalie?) [N 16 (1962)] III-2-3
balklaag, roostering balkenlaag: balǝkǝlǭx (Posterholt), balklaag: balǝklǭx (Posterholt) De gezamenlijke balken die op één verdieping gelegen zijn. Zij vormen de basis voor de vloer van de betreffende verdieping en de zoldering van de onderliggende verdieping. In L 210 werden de zolderribben geplaatst als de muren op plafondhoogte gemetseld waren. [N 54, 115a; monogr.] II-9
balkstuk console: kamǝzǭl (Posterholt) De, soms versierde, klos waarop de uiteinden van de balken van een zoldering rusten. [N 54, 119c] II-9
balorig eigenwijs: eigewies (Posterholt) niet naar raad willen luisteren [balorig, balsturig, netelig, kriemelig, balkjorig, koppig, kwaad] [N 85 (1981)] III-1-4