e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
muiltje muil: moele (Posterholt) muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)] III-1-3
muis muis: moes (Posterholt) muis [SGV (1914)] III-4-2
muis (mv.) muis (mv.): mūūs (Posterholt) muizen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
muizen muizen: moeze (Posterholt), moezen (Posterholt) muizen (ww) [SGV (1914)] III-2-1
mul (zand) mulm: mölm (Posterholt) mul [SGV (1914)] III-4-4
mulle grond mul: møl (Posterholt) Droge losse grond, zonder kluiten. [N 27, 37a; monogr.] I-8
multiplex multiplex: møltiplɛks (Posterholt) Gefineerd plaatmateriaal dat in vijf of meer lagen op elkaar gelijmd en geperst is. [N 56, 7b] II-12
mussebek mussebekje: mussebekje (Posterholt) Bepaald soort spijker die slijtage van de hak moet tegen gaan. Volgens de informant van Q 253 is de mussebek een vierkante, korte, dikke spijker zonder kop, enigszins in de vorm van een omgekeerde pyramide met twee mm basiszijkant en acht tot tien mm hoog. [N 60, 201d1; N 60, 201d2; N 60, 201d3] II-10
mussenstaart mussenstaart: møšǝštɛrt (Posterholt) Haakse hoekverbinding waarbij de pennen en gaten recht zijn in plaats van zwaluwstaartvormig. [N 54, 55i] II-12
muts met pompon muts: mötsj (Posterholt) muts, wollen spits toelopende ~ met pluim of kwast [N 25 (1964)] III-1-3