e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
narrenstok narrenstaf: narresjtaaf (Posterholt) De narrenstaf [marot]. [N 88 (1982)] III-3-2
nascharren, naoogsten reken: rɛ̄kǝ (Posterholt) De akker naoogsten met een rijf of houten hark. De boer deed dit doorgaans zelf, in tegenstelling tot het aren lezen dat dan door anderen werd gedaan. Zie de toelichting bij het lemma ''aren lezen'' (5.2.4). [N 15, 38a; JG 1a, 1b; L 34, 40; monogr.; add. uit N 15, 35; N 18, 93] I-4
nat schuim: šūm (Posterholt) Het bezinksel dat na het zeven in de zeef overblijft. [N 57, 23b] II-2
naturel kleurloos: klyǝrlōs (Posterholt) Zijn natuurlijke kleur hebbend, gezegd van leer. [N 60, 13] II-10
natuurlijke waterloop beek: bē̜k (Posterholt) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
nauw, eng eng: ing (Posterholt, ... ) klein van in- of doorgang, niet wijd, met weinig ruimte [bekremmeld, eng, strang, nauw] [N 91 (1982)] || nauw [SGV (1914)] III-4-4
nauwgezet; nauwgezet persoon correct: héé is krèk (Posterholt), precies: presies (Posterholt), pərsĭĕs (Posterholt), secuur: sekuur (Posterholt) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] || met zorg en aandacht te werk gaand, niet slordig of oppervlakkig [consciëntieus, secuur, precies, weiger] [N 85 (1981)] III-1-4
navel navel: navel (Posterholt) Navel: het litteken van de navelstreng midden op de buik (nakker, nagel, navel). [N 84 (1981)] III-1-1
navelbandje navelbandje: navelbensje (Posterholt) navelbandje [nagelbendje] [N 25 (1964)] III-2-2
neet, luizenei neet: neet (Posterholt), WLD  neet (Posterholt) neet [SGV (1914)] || neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2