e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paneeldeur paneeldeur: pǝnēldø̄ǝr (Posterholt) Deur, bestaande uit vier buitenregels, eventueel verbonden door één of twee tussenregels, die in de dagzijden van een groef zijn voorzien waarin één, eventueel twee of drie panelen passen. De buitenregels hebben alle de volle deurdikte, terwijl de panelen slechts enkele millimeters dik zijn. Van een deur die twee of drie tussenregels heeft, wordt de bovenste of worden de beide bovenste openingen tussen de regels dikwijls gevuld door een glazen paneel. Zie ook afb. 55. [N 55, 25a-b; N 55, 26a; monogr.] II-9
panlatten panlatten: panlatǝ (Posterholt), voetlatten: vōtlatǝ (Posterholt) De horizontale latten waarop de dakpannen worden gelegd. De panlatten worden met hun breedste zijde op het dakbeschot of op de kepers gespijkerd. De onderste panlat dient groter in doorsnede te zijn. Er wordt daar dan ook meestal een dubbele panlat aangebracht of een panlat op zijn kant. Dit laatste werd in Q 121c 'een daklat hoogkant' ('eŋ dāxlats hūxkaŋk'), in L 385 en Q 15 een 'panlat op zijn hoge kant' (L 385: 'panlat ǫp ˲zǝnǝ hōgǝ kanjt'; Q 15: 'panlat ǫp ˲zǝn huǝgǝ k'njt') en in K 353 'een panlat op zijn kant' ('ǝn pánlát up ˲zønǝ kãnt') genoemd. Zie ook afb. 49p en 83a. [N F, 32a; N 54, 179; N 54, 180a; N 54, 180b; N 4A, 14b; monogr.] II-9
pannen schuren schuren: sjoere (Posterholt) Vlekvrij maken van b.v. pannen door te schuren b.v. met zand (schuren, schrobben) [N 79 (1979)] III-2-1
pannenkoek koek: kook (Posterholt) Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenkoekenbeslag deeg: deig (Posterholt) Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)] III-2-3
pap brij: brie (Posterholt, ... ), pap: pap (Posterholt) brij [SGV (1914)] || Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
papier papier: papier (Posterholt) papier [SGV (1914)] III-3-1
paradijs paradijs: paredies (Posterholt) Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)] III-3-3
paraplu paraplu: paraplu (Posterholt) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3
parel parel: peerel (Posterholt) parel [SGV (1914)] III-1-3