25038 |
purper, paarsrood |
purper:
purper (L387p Posterholt)
|
de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33635 |
putemmer |
putemmer:
pøͅtømər (L387p Posterholt)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
puthaak:
pøͅthōͅk (L387p Posterholt)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33623 |
putzwengel |
putboom:
pø͂ͅtbau̯m (L387p Posterholt),
zwik:
šwik (L387p Posterholt)
|
[N 12 (1961)] [SGV (1914)]
I-7
|
18610 |
pyjama |
pyjama {pijama}:
pejama (L387p Posterholt)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23766 |
quatertemperdag |
quatertemperdag:
kwattertemperdaag (L387p Posterholt)
|
De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
19079 |
raad |
raad:
road (L387p Posterholt)
|
raad [SGV (1914)]
III-1-4
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
ein raotsel (L387p Posterholt),
ein rèùtselke (L387p Posterholt),
raodsel (L387p Posterholt)
|
raadsel [N 07 (1961)] || Raadsel. || raadseltje [N 07 (1961)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
raam:
rām (L387p Posterholt),
ruit:
rūt (L387p Posterholt),
venster:
venstǝr (L387p Posterholt)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
31761 |
raam van de spanzaag |
raam:
rām (L387p Posterholt)
|
Het houten raam waarin het blad van de spanzaag bevestigd is. Zie ook afb. 18. [N 53, 6b; N I, 1 add.; monogr.]
II-12
|