| 21378 |
rekening |
rekening:
een rekening sjikke (L387p Posterholt)
|
rekening [een ~ sturen] [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21740 |
rekruut |
rekruut:
rekruut (L387p Posterholt)
|
een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 30995 |
rektang |
dubbeltang:
dubbeltang (L387p Posterholt)
|
De tang waarmee men overhaalt. Ook gebruikte men deze tang om het leer, meteen na het weken, flink uit te rekken om er de meeste rek uit te halen. Zie afb. 38. [N 60, 83b; N 60, 96a]
II-10
|
| 23403 |
relikwie |
reliek:
relequie (L387p Posterholt)
|
De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 21358 |
rente |
rente:
rentje (L387p Posterholt)
|
rente [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21359 |
rentenier |
rentenier:
rentjeneer (L387p Posterholt)
|
rentenier [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21892 |
rentenieren |
rentenieren:
renteneere (L387p Posterholt)
|
leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21360 |
rentmeester |
rentmeester:
renkmeister (L387p Posterholt)
|
rentmeester [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 25095 |
repareren |
lappen:
lapǝ (L387p Posterholt),
repareren:
rǝpǝrę̄rǝ (L387p Posterholt),
stokkeren:
sjtökkere (L387p Posterholt)
|
Herstellen of repareren van schoenen. [N 60, 231b; N 60, 231c] || repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)]
II-10, III-4-4
|
| 24548 |
reseda |
reseda:
WLD = reseda
rezied (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt),
rose dgypte (fr.):
niet de wilde!
reziep (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt,
L387p Posterholt),
WLD
reziep (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt),
WLD = reseda
reziep (L387p Posterholt)
|
[N 92 (1982)] [N 92 (1982)]reseda [N 92 (1982)] || Reseda (reseda odorato). Een 20 tot 60 cm grote plant. De stengels groeien rechtop en zijn sterk vertakt; de bladeren zijn dubbel veerspletig; de bloemen groeien in trossen, met 6 gespleten kroonbladeren, lichtgeel van kleur en reukloos. De vruchten zijn [N 92 (1982)]
I-7, III-4-3
|