| 23447 |
rochet |
rochet (fr.):
rochet (L387p Posterholt)
|
Het korte witte kleed over de misdienaarstoog [rochet, rökkele?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 33478 |
rode aalbes |
miemelen:
, zwart of rood
miĕməl (L387p Posterholt),
miemer:
miemer (L387p Posterholt),
miemerten:
aalbessen
mimerte (L387p Posterholt)
|
aalbes [SGV (1914)]
I-7
|
| 33231 |
rode biet |
rode krootjes:
rō krǫtšǝs (L387p Posterholt)
|
Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.]
I-5
|
| 24508 |
rode bosbes |
warbel:
WLD
warbel (L387p Posterholt)
|
De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 24405 |
rode bosmier |
bosamezeik:
boosj aomezeik (L387p Posterholt),
WLD
bààsjaumezeik (L387p Posterholt)
|
bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] || rode bosmier. Dialectbenamingen voor soorten mieren [N102 (1998)]
III-4-2
|
| 33257 |
rode klaver |
rode klee:
rā [klee] (L387p Posterholt),
tamme klee:
tǭmǝ [klee] (L387p Posterholt)
|
Trifolium pratense L. Een 15 tot 50 cm hoge plant met paarsrode of roze bloemhoofdjes, die van juni tot de herfst bloeien. Rode klaver wordt vooral als veevoeder geteeld. Rode klaver gedijt, overigens evenals witte klaver, het best "onder dekvrucht", d.w.z. dat het tegelijk met een winterkoren wordt gezaaid en dan pas opkomt wanneer die dekvrucht in de herfst is geoogst. In het volgende seizoen wordt de klaver dan geweid of enkele malen gemaaid. Rode klaver is wat "kieskeuriger" dan witte klaver, stelt hogere eisen aan de grond, maar schiet goed recht op en laat zich gemakkelijker maaien. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.]
I-5
|
| 20655 |
rode kool |
rood moes:
rood moos (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt),
root moos (L387p Posterholt),
WLD = rode kool
rootmoos (L387p Posterholt)
|
Rode kool (als plant of gewas) [N 92 (1982)], [N Q (1966)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)]
I-7, III-2-3
|
| 33487 |
rode renet, sterappel |
binnenrode:
binneroo (L387p Posterholt),
sterappel:
sterappele (L387p Posterholt)
|
I-7
|
| 24562 |
rododendron |
rododendron:
klemtoon op e
rododendron (L387p Posterholt)
|
[DC 76 (2002)]
I-7
|
| 21733 |
roede |
roe(de):
roe (L387p Posterholt)
|
een aantal takjes tot een bosje bij elkaar gebonden als strafwerktuig [roe, gips, gisp, roei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|