e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rug van het lemmer rug: rök (Posterholt) De niet-scherpe zijde van een mes (rug, botte kant) [N 79 (1979)] III-2-1
rug, aangeaard stuk wal: wal (Posterholt) De verhoogde rug of wal die ontstaat bij het aanaarden van de aardappelen. Bij holvoor(de) heeft betekenisoverdracht plaatsgevonden; het is eigenlijk de open voor naast de rug. [N 12, 27; monogr.] I-5
ruggengraat ruggenstrang: rèùkesjtrank (Posterholt) rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)] III-1-1
ruggenwervel wervel: wervel (Posterholt) [N 10 (1961)] III-1-1
ruilen (als spel) koetelen: koetele (Posterholt), ruilen: rule (Posterholt), tuisen: toesje (Posterholt, ... ) Het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden]. [N 88 (1982)] || Ruilen. III-3-2
ruin ruin: ryn (Posterholt) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruisen (van de wind) ruisen: roesje (Posterholt) het geluid dat een stroom van lucht of een vloeistof maakt bij het gaan door of schuren langs iets of in zijn baan [ruisen, ruizelen, reuzelen] [N 91 (1982)] III-4-4
ruisen van bladeren ruisen: WLD  roessje (Posterholt) Het ruisen van bomen (ruisen, ruizelen, reuzelen, snirsen). [N 82 (1981)] III-4-3
ruiten in het kaartspel ruiten: roeten oas (Posterholt), Sub ruit, ss. roeteboer [ruitenboer]; roete-aos.  roete (Posterholt) [Ruiten]. || Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2
ruiter ruiter: rø̜jtǝr (Posterholt) De plank van ongeveer 3 x 12 cm doorsnede die op de nokgording wordt aangebracht. Op de ruiter worden de nokvorsten gespijkerd of met specie vastgelegd. Zie ook afb. 85. [N 54, 176] II-9