e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schimmel (plantje) kroddelenkaas: WLD  kròòdelekees (Posterholt), schimmel: sjŭmmel (Posterholt) Plantje, behorend tot de zwammen, draadvormig, zonder bladgroen, maar bestaande uit een zwamvlok en zwamdraden (schimmel). [N 92 (1982)] || schimmel (plant) [SGV (1914)] III-4-3
schimpen schamperen: sjampere (Posterholt) op onwaardige wijze kritiek uitspreken [schimpen, spijkeren] [N 85 (1981)] III-3-1
schip schip: sjip (Posterholt), ši.əp (Posterholt) schip [RND], [SGV (1914)] III-3-1
schipper schipper: šipər (Posterholt) schipper [RND] III-3-1
schipperen schipperen: sjippere (Posterholt) naar omstandigheden handelen, niet aan zijn beginsels vasthouden, maar alles rustig in het werk stellen om een oplossing te vinden [busselen, schipperen] [N 85 (1981)] III-1-4
schitbossen strontplekken: štrōntjplękǝ (Posterholt) Bossen van welig opschietend gras in de weide, op plaatsen waar koedrek heeft gelegen. De koeien laten deze bossen vaak staan; ze worden dan later in het seizoen afgemaaid. Overal is het meervoud opgenomen; behalve waar uitdrukkelijk anderszins aangegeven. [N 14, 85; N 14, 123 add.; monogr.] I-3
schitteren schitteren: sjittere (Posterholt) een sterk, beweeglijk licht verspreiden zodat het pijn doet aan de ogen [schitteren, glariën] [N 91 (1982)] III-4-4
schoen: algemeen schoe: sjoe (Posterholt), schoen: sjoon (Posterholt) schoen [SGV (1914)] || schoen [skoewn, schoe, sjoe, schoon, sjoon] [N 24 (1964)] III-1-3
schoenen (mv.) schoenen (mv.): sjoon (Posterholt) schoenen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
schoenen poetsen wiksen: wikse (Posterholt, ... ) Schoenen poetsen (kuisen, poetsen, blinken, wieksen) [N 79 (1979)] III-1-3, III-2-1