e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sober sober: soober (Posterholt) afkerig van overdaad of overmaat [sefiel, sober] [N 85 (1981)] III-1-4
soep soep: soep (Posterholt, ... ) soep [SGV (1914)] || Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soep van ingewanden niertjessoep: neerkessoep (Posterholt) Soep van ingewanden, hart, nieren e.d. (tripsoep?) [N 16 (1962)] III-2-3
soepkip gekookte hen: gekoukte hin (Posterholt), gestoofde hen: gestoofde hin (Posterholt) kip in water gekookt [N 37 (1971)] III-2-3
soepvlees soepvlees: soepvleisj (Posterholt) soepvlees; Hoe noemt U: Mager vlees om soep van te koken (boelie, bouilli, soepvlees) [N 80 (1980)] III-2-3
soevereinboor verzinkboor: vǝrzeŋk˱bǭr (Posterholt) Boorijzer voor hout waarvan het snijvlak kegelvormig is en voorzien is van verschillende inkervingen. Bij oudere soevereinboren is het boorijzer plat en onderaan spits uitlopend. De soevereinboor wordt gebruikt om de bovenrand van geboorde gaten kegelvormig af te schuinen. Op deze wijze kan bijvoorbeeld de kop van een schroef verzonken in het hout worden aangebracht. Zie ook afb. 76 en het lemma ɛsoevereinboor, verzinkboorɛ in Wld II.11, pag. 78-79. Het betreft daar een vergelijkbaar type boorijzer voor metaal.' [N 53, 166; N G, 31e; monogr.] II-12
sok sok: zaŏk (Posterholt) sok, korte herenkous [zok, vlink, vlik, ene zök] [N 24 (1964)] III-1-3
sokophouder sokkenhouder: zaŏke hawters (Posterholt) sokophouder, band om de kuit [N 24 (1964)] III-1-3
soldaat soldaat: səldô.t (Posterholt) soldaat [RND] III-3-1
soldaatjes blokjes: blèùkskes (Posterholt) Stukjes geroosterd of in boter of vet gebakken brood (krepkes?) [N 16 (1962)] III-2-3