e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sprookje sprookje: sjprookje (Posterholt) een kindervertelsel [spruik] [N 87 (1981)] III-3-1
spruiten spruitjes: sprŭŭtsjes (Posterholt) spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)] III-2-3
spruiten, uitbotten uitlopen: WLD  oetloupe (Posterholt) Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)] III-4-3
spruitkool, spruitje spruiten: sjproete (Posterholt, ... ), spruitje: sjpruutsjes (Posterholt), WLD = spruitjes  spruutsjes (Posterholt) [N Q (1966)]spruiten [SGV (1914)] || spruitjes [N 92 (1982)] I-7
spuiten sprietsen: sjprietse (Posterholt), sjprietst (Posterholt), spritsen (<du.): sjprietse (Posterholt), spuiten: sjpuite (Posterholt, ... ), sjpèùt (Posterholt) persen, Met kracht vloeistof door een nauwe opening ~ (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen). [N 84 (1981)] || spuiten [SGV (1914)] || spuiten, met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden, gezegd van water [spruiten, spritsen, sprietelen] [N 81 (1980)] || vloeistof met kracht door een nauwe buis naar buiten persen [spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen] [N 91 (1982)] III-1-2, III-4-4
spuitstuk spuit: sjpuit (Posterholt) de koperen buis aan de slang van de brandspuit [lent] [N 90 (1982)] III-3-1
spuwbakje, kwispedoor kwispedoor: kwispedöör (Posterholt) Spuwpotje of -bakje (spuwbakje, tufbak, speekbak, kwispedoor, kwispeldoer) [N 79 (1979)] III-2-1
staal staal: sjtaal (Posterholt) kleine hoeveelheid van een koopwaar die aan de koper getoond wordt om hem over de kwaliteit te laten oordelen [staal, monster, kantje] [N 89 (1982)] III-3-1
staan staan: sjtoon (Posterholt) staan [SGV (1914)] III-1-2
staart staart: sjtĕrt (Posterholt), štɛrt (Posterholt, ... ) [A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [SGV (1914)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60] I-11, I-9, III-4-2