e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tevreden; tevredenheid plezier: plözeer (Posterholt) tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)] III-1-4
thuis heem: heim (Posterholt) thuis [SGV (1914)] III-2-1
tien centiem dubbeltje: dubbeltje (Posterholt) een muntstuk van 10 centimes (in België) [s(j)oe, sol, brak, knap, klomp] [N 89 (1982)] III-3-1
tientje van de rozenkrans tientje: tientje (Posterholt) Een tientje van de Rozenkrans [n jezets?]. [N 96B (1989)] III-3-3
tijdelijke aflaat tijdelijke aflaat: tiedelikke aaflaot (Posterholt) Een tijdelijke aflaat. [N 96B (1989)] III-3-3
tijdverdrijf tijdverdrijf: tiedverdrief (Posterholt) tijdkorting [SGV (1914)] III-3-2
tijger tijger: tieger (Posterholt, ... ) tijger [SGV (1914)] || Tijger. III-3-2
timmerbedrijf timmerbedrijf: tømǝrbǝdrīf (Posterholt) Bedrijf waar allerlei timmerwerk wordt uitgevoerd. Timmerbedrijven hebben meestal weer verschillende afdelingen zoals de werkplaats, de houtopslagplaats, en bij grotere bedrijven, een aparte zagerij. [N 55, 177a; monogr.] II-12
timmeren timmeren: tømǝrǝ (Posterholt) De algemene benaming voor alle werkzaamheden die verband houden met het timmermansvak. [N 55, 169; A 35, 21; L monogr.; monogr.] II-12
timmerhout timmerhout: tømǝrhǫwt (Posterholt) De algemene benaming van al het hout dat nodig is bij de bouw van huizen. [N 55, 181b] II-9